Hoe beïnvloedt anticonceptie je menstruatie?

Overweeg je om met anticonceptie te starten of je huidige anticonceptiemethode te veranderen? Wij ondersteunen je graag in het maken van je beslissing en vertellen je hier hoe anticonceptie mogelijk van invloed kan zijn op je menstruatie.
Er zijn verschillende soorten anticonceptie. Zo kun je bijvoorbeeld de pil gebruiken, maar ook gaan voor het anticonceptiestaafje, de hormoonspiraal of een ander soort anticonceptie. Anticonceptie wordt gebruikt om een zwangerschap te voorkomen, bescherming te bieden tegen SOA’s [1], PCOS symptomen te verlichten [2] of Hevig Menstrueel Bloedverlies (HMB) [3] te verlichten.
Het gebruik van anticonceptie heeft in sommige gevallen invloed op je menstruatie. Zo hebben sommige vrouwen door het gebruik van anticonceptie last van een onregelmatige menstruatie, hevige bloedingen, spotting, bruine afscheiding of vindt er door de anticonceptie geen menstruatie meer plaats. In dit artikel lichten we per anticonceptiemiddel toe wat mogelijk het effect daarvan kan zijn op de menstruatie.
Ongesteld tijdens de pil?
De anticonceptiepil, ook wel bekend als ‘de pil’, kan worden onderverdeeld in twee categorieën. De combinatiepil, of de ‘gewone’ pil, en de mini pil. De gewone pil is een oraal anticonceptiemiddel, wat betekent dat je het doorslikt. De pil werkt als anticonceptie doordat hij het vrijkomen van een eicel, de ovulatie, stopt. De minipil is ook een oraal anticonceptiemiddel, maar bevat alleen het hormoon progesteron. De minipil verdikt het baarmoederhalsslijm en voorkomt op die manier dat sperma een eicel bereikt [4].
De gewone pil slik je doorgaans elke dag, 3 weken lang. Hierna slik je hem 1 week niet, dit wordt de stopweek genoemd. Word je dan ongesteld tijdens het gebruik van de pil? Nee, maar dit voelt wel zo. Tijdens de stopweek vindt er namelijk een onttrekkingsbloeding plaats. Deze bloeding is een gevolg van de hormonen die vrijkomen bij het gebruik van de pil. De onttrekkingsbloeding is daarom geen menstruatie. Je wordt dus niet echt ongesteld tijdens het gebruik van de pil. Je kunt er ook voor kiezen om de pil tijdens de stopweek door te slikken. Hierdoor vindt er ook geen onttrekkingsbloeding plaats. Echter, kan het soms voorkomen dat dit toch gebeurt. Hierdoor wordt je als het ware bij het doorslikken van de pil toch ongesteld. Ook hebben sommige vrouwen wanneer zij net gestart zijn met de pil of minipil, last van spotting of doorbraakbloedingen. Dit betekent niet dat de pil niet werkt. Meestal heeft je lichaam gewoon wat tijd nodig om zich aan te passen aan de anticonceptie.
Hormoonspiraaltje en toch ongesteld?
De hormoonspiraal wordt door een (huis)arts, gynaecoloog of verpleegkundige in de baarmoeder gebracht en kan gedurende 3 tot 5 jaar als anticonceptie worden gebruikt. Er zijn twee soorten hormoonspiralen: het Kyleena spiraaltje en het Mirena spiraaltje. Beide hormoonspiraaltjes werken op dezelfde manier en geven het hormoon progesteron af aan de baarmoeder [5]. Het verschil tussen beide hormoonspiraaltjes is dat de Kyleena een lagere dosis progesteron afgeeft dan de Mirena. Samen met je (huis)arts of gynaecoloog bepaal je welke van de twee het meest geschikt is voor jou.
Bij een hormoonspiraal is het, anders dan bij de pil, niet mogelijk om je menstruatie te reguleren. Je hebt dus geen stopweek. De meeste vrouwen worden dan ook gewoon ongesteld met een spiraal. Maar dit is niet bij iedereen zo. Het hormoonspiraaltje kan je ongesteldheid beïnvloeden. Zo is het waarschijnlijk dat je ongesteldheid met een hormoonspiraaltje lichter of minder pijnlijk wordt. Ook worden sommige vrouwen met een hormoonspiraaltje niet meer ongesteld. Dit is een veelvoorkomende bijwerking van het hormoonspiraal en betekent niet dat er iets mis is met deze anticonceptie.
De anticonceptiewerking van het hormoonspiraal werkt als volgt: de hormonen en werkzame stoffen die het spiraal afgeeft zorgen ervoor dat het slijm in je baarmoeder ‘taaier’ wordt, waardoor mannelijke zaadcellen er moeilijker doorheen kunnen komen. Daarnaast wordt de eisprong soms onderdrukt en wordt het baarmoederslijmvlies ongeschikt voor de innesteling van een eventueel bevruchte eicel.
In tegenstelling tot een anticonceptiepil (orale anticonceptiva), behoud je met alle spiralen je eisprong en daardoor je eigen natuurlijke hormonale cyclus.
Het anticonceptiestaafje en je ongesteldheid
Het anticonceptiestaafje (bijvoorbeeld Implanon NXT) is een staafje dat in de arm wordt geplaatst door een (huis)arts, gynaecoloog of verpleegkundige. Het anticonceptiestaafje kan tot wel 3 jaar worden gebruikt en staat ook bekend als ‘het hormoonstaafje’ omdat het het hormoon progesteron afgeeft. Door het progesteron wordt het baarmoederhalsslijmvlies dikker en kan sperma niet in contact komen met een eicel [6].
Net als bij het hormoonspiraal verdunt ook het anticonceptiestaafje het baarmoederslijmvlies. Hierdoor wordt je ongesteldheid lichter of kan deze zelfs helemaal stoppen. Deze invloed van het anticonceptiestaafje op je ongesteldheid is een veelvoorkomende bijwerking.
De invloed van de prikpil op je ongesteldheid
De prikpil is een injectie die normaal om de 8 of 13 weken, afhankelijk van het merk, wordt gegeven. De prikpil werkt als anticonceptie doordat het progestageen vrijgeeft [7]. Wat is de invloed van de prikpil op je ongesteldheid? Belangrijk om te weten is dat de prikpil geen stopweek heeft en dit betekent dat je zelf geen invloed kunt uitoefenen op de timing van je ongesteldheid. Je kunt je menstruatie dus niet overslaan, verschuiven of uitstellen.
Veel vrouwen die net starten met de prikpil hebben in het begin last van een onregelmatige ongesteldheid. Na gemiddeld 6 maanden neemt de kans op bloedverlies tijdens het gebruik van de prikpil af. Vaak wordt je ongesteldheid als gevolg van de prikpil dan ook minder of word je helemaal niet meer ongesteld.
In Nederland is de prikpil verkrijgbaar in twee verschillende soorten:
- Depo-Provera prikpil werkt via een injectie in de spier van je bil of bovenarm.
- Sayana prikpil werkt via een injectie onder de huid.
Onregelmatig ongesteld door het koperspiraal?
Ga je liever voor anticonceptie zonder hormonen? Dan is het koperspiraal (bijvoorbeeld Flexi-T spiraal) misschien wel geschikt voor jou. Het koperspiraal wordt door een (huis)arts, gynaecoloog of verpleegkundige ingebracht en kan tot 10 jaar langs als anticonceptie worden gebruikt. De koperspiraal geeft koper, en dus geen hormonen, af aan de baarmoeder. Dit maakt de zaadcellen van de man inactief waardoor er geen bevruchting kan plaatsvinden.
In tegenstelling tot de pil, stopt de koperspiraal de maandelijkse eisprong niet. Je zult met een spiraaltje dus nog steeds bloedverlies hebben. De koperspiraal kan je menstruatie wel beïnvloeden. Zo kan je in de eerste 3 tot 6 maanden last hebben van zwaardere en pijnlijkere bloedingen dan normaal. Onderzoek suggereert dat dit komt doordat de koperspiraal weefselschade veroorzaakt tijdens het inbrengen. Om het beschadigde weefsel te herstellen maakt je lichaam prostaglandines aan, die de bloedstroom kunnen vergroten. Wanneer je net start kan de koperspiraal er ook voor zorgen dat je menstruatie uitblijft of kan de koperspiraal een onregelmatige menstruatie veroorzaken, maar deze wordt na korte tijd meestal weer als vanouds.
De invloed van de anticonceptiepleister
De anticonceptiepleister, ook wel de pleisterpil genoemd, is een anticonceptiemiddel voor vrouwen. De anticonceptiepleister bevat de hormonen oestrogeen en progestageen. Deze hormonen worden via de huid opgenomen en voorkomen, mits je de pleister correct gebruikt, een zwangerschap.
Je kunt het beste op de eerste dag van je menstruatie beginnen met het gebruik van de anticonceptiepleister. Vervolgens plak je na deze 1e dag, op de 8e dag en 15e dag de anticonceptiepleister op je huid. Normaal gesproken plak je op dag 22 geen nieuwe hormoonpleister en treedt de stopweek in. Je kunt er echter ook voor kiezen om je menstruatie uit te stellen door op dag 22 wél de pleister op te plakken. Bij de anticonceptiepleister kun je tot maximaal een jaar je menstruatie uitstellen.
Condooms en andere barrièremethoden
Condooms en andere barrièremethoden zoals vrouwencondooms, diafragma’s of een cervicale kap, werken als anticonceptie door fysieke barrières te creëren die voorkomen dat sperma een eicel bereikt. Condooms en andere barrièremethode bevatten geen hormonen. Daarom heeft deze anticonceptie geen invloed op je lichaam en daarom ook geen invloed op je menstruatie.
Groot voordeel van condoomgebruik is dat condooms je kunnen beschermen tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s) [8], HIV en overdracht van het HPV-virus. Het advies is om naast bovengenoemde anticonceptiemiddelen - bij wisselende en/of onbekende partners - altijd een condoom te gebruiken om jezelf te beschermen!
Hoe ga je om met een veranderde cyclus bij het gebruik van anticonceptie?
Zoals bovenstaand beschreven komt het regelmatig voor dat je menstruatiecyclus veranderd nadat je bent gestart met anticonceptie. Vooral als je net gestart bent met het gebruik van een anticonceptiemiddel kan je menstruatie anders zijn. Geef je lichaam 3 tot 6 maanden de tijd om te wennen aan de anticonceptie, maar aarzel niet om naar een arts of gynaecoloog te gaan als je je zorgen maakt. Het is ook belangrijk om je te beseffen dat de verandering in je menstruatie niet noodzakelijk hoeft te zijn veroorzaakt door de anticonceptie. Andere factoren, zoals stress, voeding, leefstijl of overmatig sporten, kunnen ook van invloed zijn op je menstruatie.
Hoe kun je het beste omgaan met je veranderde menstruatie? Als je last hebt van onvoorziene doorbraakbloedingen, of spotting is het handig om wat inlegkruisjes in huis te hebben. Om meer zicht te krijgen op je nieuwe menstruatiecyclus kan het ook goed zijn om je menstruatie bij te houden in een dagboek of menstruatie tool.
Hormomen kunnen voor veel veranderingen zorgen gedurende je menstruatiecyclus. Lees meer over welke hormonale fasen er zijn in je menstruatiecyclus.
Medische disclaimer
De medische informatie in dit artikel is alleen een informatiebron en is niet bedoeld om te worden gebruikt of als bewijs te dienen voor diagnostische of behandelingsdoeleinden. Neem contact op met je huisarts en/of medisch specialist voor advies over een bepaalde medische aandoening.